De verruimde sluitingsbevoegdheid van artikel 13b Opiumwet

Sinds 1 januari 2019 is de sluitingsbevoegdheid op grond van artikel 13b van de Opiumwet van de burgemeester uitgebreid. Artikel 13b van de Opiumwet geeft de burgemeester de bevoegdheid om een pand te sluiten als er soft- en/of harddrugs wordt gevonden. Eerder kon de burgemeester panden alleen sluiten bij de vondst van soft- en/of harddrugs in een woning, lokaal of bijbehorend erf. Nu kan hij dat ook doen bij strafbare voorbereidingshandelingen, meer specifiek: bij het aantreffen van op zichzelf legale voorwerpen en stoffen, waarvan een ernstig vermoeden bestaat dat de objecten bestemd zijn voor drugsteelt.

De verruimde sluitingsbevoegdheid is voor nu een nieuwe omstandigheid en zal daarom worden ingevuld door de jurisprudentie. De Afdeling heeft zich tot nu toe hierover slechts twee keer uitgesproken, namelijk op 26 februari 2020 en op 24 februari 2021. In dit blog bespreken wij beide uitspraken en geven wij tips mee hoe dergelijke voorwerpen en stoffen die een rol kunnen spelen bij de sluitingsbevoegdheid, kunnen worden herkend.

Toepassing van de verruimde sluitingsbevoegdheid

Op 26 februari 2020 heeft de Afdeling overwogen dat het de burgemeester op grond van de verruimde sluitingsbevoegdheid is toegestaan een pand te sluiten, indien daar voorwerpen worden gevonden die op zichzelf legaal zijn, maar waarvan het ernstige vermoeden bestaat dat deze voorwerpen worden gebruikt voor de productie van drugs. Dit was de eerste keer dat de Afdeling zich uitsprak over de verruimde sluitingsbevoegdheid. De burgemeester sluit een pand aan de hand van een bestuurlijke beoordeling, waarbij hij aannemelijk maakt dat de voorhanden voorwerpen bestemd waren voor drugsteelt.

Om aan te mogen nemen dat voorwerpen of stoffen bestemd zijn voor drugsteelt – in casu ging het om een hennepplantage – moeten ze allereerst gebruikt kunnen worden om strafbare voorbereidingshandelingen te plegen. Dit vereist een bestuurlijke beoordeling, die alleen de burgemeester kan maken. Hoewel wij dit niet expliciet in de uitspraak teruglezen, gaan wij ervan uit dat die beoordeling terughoudend door de bestuursrechter zal worden getoetst. De burgemeester kan de bestuurlijke beoordeling baseren op gegevens uit een proces-verbaal of een politierapportage. Aan de hand van die informatie moet de burgemeester beoordelen of de voorwerpen of stoffen geschikt kunnen zijn om een hennepplantage op te zetten. Hiervoor kan hij bijvoorbeeld kijken naar de situatie ter plaatse, de aard, de hoeveelheid en de combinatie van de aangetroffen voorwerpen en stoffen.

Wij leiden uit de Afdelingsuitspraak af dat het antwoord op de volgende vragen en omstandigheden relevant kunnen zijn in het kader van sluitingen gebaseerd op de artikelen 13b, eerste lid onder b, en 11a van de Opiumwet:

  1. Worden de voorwerpen te koop aangeboden op de website van de winkel?
  2. Worden de voorwerpen in vergelijkbare winkels (in combinatie met elkaar) verkocht?
  3. Worden de (merken van de) middelen aangeboden in de cannabissector?
  4. De hoeveelheid waarin de stoffen worden aangetroffen.
  5. Is de eigenaar/exploitant vaker in verband gebracht met Opiumwet gerelateerde delicten?

Aandachtspunten van de verruimde sluitingsbevoegdheid

De Afdeling heeft zich op 24 februari 2021 uitgesproken over kenmerken die aanleiding kunnen geven tot sluiting op grond van artikel 13b, onder b, van de Opiumwet. De Afdeling heeft aan de hand van een aantal kenmerken getoetst of er inderdaad sprake was van voorwerpen die bestemd waren voor drugsteelt, in casu een hennepkwekerij. Zij heeft daarbij gelet op:

  • de grootte van de ruimte waarin de hennepplanten zijn gevonden dan wel gevonden hadden kunnen worden;
  • het aantal stopcontacten, transformatoren, assimilatielampen en andere voorwerpen waarmee de hennepplanten van licht kunnen worden voorzien;
  • de hoge professionaliteit waarmee de ruimte is ingericht. Hierbij kan worden gedacht aan een geïsoleerde ruimte voor licht en temperatuur, een afgeschermde binnenruimte, de aanwezigheid van een schakelbord met tijdschakelaar en ventilatie. Indien er sprake is van twee of meer van deze indicatoren, is er sprake van een hoge professionaliteit.

Tot slot kan er volgens de Afdeling worden gekeken naar de hoeveelheid Opiumwet gerelateerde overtredingen die worden geconstateerd in de wijk waarin het pand staat en naar eventuele eerdere Opiumwet gerelateerde overtredingen van de betrokkene.

Gevolgen voor de praktijk

Sinds 1 januari 2019 kan de burgemeester bij het aantreffen van voorwerpen of stoffen die bestemd zijn voor het telen of voorbereiden van drugs tot sluiting van een woning of lokaal overgaan, maar de omstandigheden waarbij handhavers en politie op moeten letten, zullen steeds zorgvuldig beoordeeld moeten worden aan de hand van een aantal vragen en kenmerken. Wij zijn erg benieuwd hoe de rechtspraak zich verder ontwikkelt op dit punt en houden u hier graag van op de hoogte.

Wilt u sparren of brainstormen over de (bestuurlijke) aanpak van ondermijnende activiteiten in uw gemeente? Ius Publicum is u graag van dienst.

Bronnen

ABRvS 26 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:617
ABRvS 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:368

Op de hoogte blijven?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief! Dan zorgen wij ervoor dat u op de hoogte blijft van de belangrijkste ontwikkelingen binnen onze expertises.