Woningsluiting op grond van artikel 13b Opiumwet: de verwijtbaarheid van huurders en eigenaren
Op 20 november 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) zich uitgesproken in een zaak waarin de verwijtbaarheid van een huurder werd beoordeeld bij de toepassing van artikel 13b van de Opiumwet (ECLI:NL:RVS:2024:4731). Dit artikel stelt de burgemeester in bepaalde gevallen in staat om een woning te sluiten wanneer daar drugs worden aangetroffen (zie hierover onze eerdere blogpost). In deze blogpost leest u hoe de Afdeling de verwijtbaarheid van de huurder of eigenaar beoordeelt in situaties van drugshandel of drugsgebruik in een woning.
Juridisch relevante feiten en omstandigheden
De burgemeester van Utrecht (hierna: burgemeester) heeft de woning van huurder gesloten naar aanleiding van een rapport van de politie waarin werd gemeld dat de vriend van de huurder betrokken was bij de handel in verdovende middelen en dat drugs, waaronder cocaïne en hennep, in haar woning werden aangetroffen. Buurtbewoners gaven aan dat zij veel overlast ondervonden en dat zij zich niet veilig voelden door de activiteiten rondom de woning. De burgemeester besloot de woning voor drie maanden te sluiten.
De verwijtbaarheid van de huurder
Artikel 13b van de Opiumwet vereist geen persoonlijke verwijtbaarheid van de huurder om een woning te kunnen sluiten. Dit betekent dat het niet noodzakelijk is dat de huurder direct betrokken was bij de drugsactiviteiten, maar wel dat zij de verantwoordelijkheid draagt voor wat in haar woning gebeurt. De Afdeling oordeelde dat de huurder in dit geval wel degelijk verantwoordelijk was voor wat in haar woning gebeurde, ook al was ze zelf niet actief betrokken bij de handel. Dit werd mede gebaseerd op haar kennis van het gedrag van haar vriend en de aanwijzingen dat de woning werd gebruikt voor de drugshandel.
De Afdeling overwoog dat de huurder in gesprekken met de wijkagent had verklaard dat zij op de hoogte was van de criminele activiteiten van haar vriend. Ze wist dat hij met drugs bezig was en dat hij vaak in haar woning verbleef. Dit leidde tot de conclusie dat de huurder redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de aanwezigheid van drugs in haar woning. Dit maakte de sluiting van de woning proportioneel, ondanks het feit dat de huurder niet zelf betrokken was bij de drugsgebruik of -verkoop.
Deze uitspraak benadrukt ook dat huurders en eigenaren niet enkel verantwoordelijkheid dragen op het moment dat illegale activiteiten worden aangetroffen, maar ook vooraf preventieve maatregelen dienen te treffen. Het is cruciaal dat huiseigenaren en huurders alert blijven op het gebruik van hun woning, vooral bij aanwijzingen van mogelijk misbruik.
Conclusie
Deze uitspraak biedt belangrijke inzichten in de toepassing van artikel 13b Opiumwet, met name in de context van de verwijtbaarheid van huurders en eigenaren. De Afdeling heeft geoordeeld dat de verantwoordelijkheid van de huurder niet alleen bestaat uit het voorkomen van criminele activiteiten in hun woning, maar ook uit het nemen van voldoende maatregelen om misbruik te voorkomen. Huurders en eigenaren moeten zich ervan bewust zijn dat zij verantwoordelijk zijn voor hetgeen zich in de woning afspeelt. Dit betekent dat men niet alleen verantwoording moet afleggen voor wat daadwerkelijk in de woning wordt aangetroffen, maar ook voor wat redelijkerwijs verwacht kan worden. Wanneer huiseigenaren of huurders verweten kan worden dat hun woning wordt gebruikt voor drugsactiviteiten, kan de burgemeester besluiten de woning te sluiten, mits wordt voldaan aan de overige vereisten voor het sluiten van een woning op grond van artikel 13b van de Opiumwet.
Heeft u ondersteuning nodig bij een vraagstuk over het sluiten van een woning? Ius Publicum biedt u deskundig advies op maat voor uw vraagstukken. Neem contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken.
Deel dit artikel: |
Op de hoogte blijven?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief! Dan zorgen wij ervoor dat u op de hoogte blijft van de belangrijkste ontwikkelingen binnen onze expertises.