Koerswijziging van de Afdeling: rechtsmiddelen aanwenden tegen (de weigering of intrekking van) gedoogverklaringen voor coffeeshops is nu wel mogelijk
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) ziet aanleiding om haar rechtspraak ten aanzien van gedoogverklaringen voor coffeeshops bij te stellen. In haar uitspraak van 13 september 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:3431) bepaalt de Afdeling dat het vanaf nu wel is mogelijk om bezwaar te maken tegen een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs en om vervolgens beroep in te stellen bij de bestuursrechter. Dit geldt ook voor de beslissing om een gedoogverklaring te weigeren of in te trekken.
Eerdere jurisprudentielijn
Voorheen oordeelde de Afdeling dat de gedoogbeslissing, de weigering een gedoogbeslissing te nemen en de intrekking van een gedoogbeslissing, op een enkele uitzondering na, geen besluiten zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en daarmee ook niet moeten worden gelijkgesteld (artikel 1:3 en 6:2 Awb). Daartegen kunnen dan ook geen rechtsmiddelen worden aangewend (artikel 7:1 jo. 8:1 Awb).
Onevenredig bezwarend
De exploitant van een coffeeshop kan geen vergunning aanvragen voor de verkoop van softdrugs, omdat de verkoop volgens de Opiumwet is verboden. Gemeenten kunnen de verkoop van softdrugs als zodanig op grond van de Opiumwet ook niet reguleren. Het gevolg daarvan is dat de exploitant alleen een oordeel van de bestuursrechter kan krijgen over de vraag of zijn coffeeshop al dan niet moet worden gedoogd of welke voorwaarden er aan het gedogen mogen worden gesteld, door activiteiten in strijd met de Opiumwet te verrichten en af te wachten of hij een sanctiebesluit krijgt waartegen hij wél rechtsmiddelen kan aanwenden.
Weliswaar kúnnen gemeenten bij het nemen van de beslissing om al dan niet een exploitatievergunning te verlenen, rekening houden met het feit dat het een coffeeshop betreft. Een verplichting is het dus niet, aangezien een exploitatievergunning op zichzelf ook niet over de verkoop van softdrugs gaat. Derhalve is er een tekort aan rechtsbescherming met slechts de mogelijkheid om in bezwaar en beroep te gaan tegen exploitatievergunningen en niet tegen gedoogbeslissingen.
Naar het oordeel van de Afdeling is het onevenredig bezwarend om van een exploitant van een coffeeshop te verlangen dat hij voor beoordeling van de vraag of en onder welke voorwaarden zijn coffeeshop wordt gedoogd, is aangewezen op de voor hem risicovolle weg van het uitlokken van een handhavingsbesluit.
Wat geldt er nu?
Voor coffeeshops gaat nu gelden dat een gedoogverklaring voor de verkoop van softdrugs (inclusief de voorwaarden), een weigering van een gedoogverklaring en een intrekking van een gedoogverklaring voor de toepassing van de wettelijke regels over bezwaar en beroep, zowel voor derden als voor de overtreder, met een besluit worden gelijkgesteld.
Indien er dus bezwaar wordt gemaakt tegen een gedoogverklaring voor een coffeeshop, is het niet mogelijk om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren en dient het inhoudelijk te worden beoordeeld.
Deel dit artikel: |
Op de hoogte blijven?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief! Dan zorgen wij ervoor dat u op de hoogte blijft van de belangrijkste ontwikkelingen binnen onze expertises.