Artikel 5.6 Woo: verstrekking van niet-openbare informatie wegens klemmende redenen
Het uitgangspunt van de Wet open overheid (hierna: Woo) is dat overheidsinformatie openbaar is voor eenieder, tenzij een uitzonderingsgrond van toepassing is die in de weg staat aan openbaarmaking. De uitzonderingsgronden staan in artikel 5.1 (absolute en relatieve uitzonderingsgronden) en artikel 5.2 (persoonlijke beleidsopvattingen) van de Woo. Anders dan de Wet openbaarheid van bestuur, biedt de Woo de mogelijkheid om niet-openbare informatie toch te verstrekken aan de verzoeker. In deze blogpost gaan we dieper in op deze vorm van bijzondere informatieverstrekking en bekijken we onder welke omstandigheden een bestuursorgaan hiertoe kan overgaan.
Uitzondering op de uitzondering
Uit artikel 5.6, eerste lid, van de Woo blijkt dat informatie die wegens een uitzonderingsgrond uit artikel 5.1 of 5.2 van de Woo niet openbaar kan worden gemaakt voor eenieder, uitsluitend aan de verzoeker kan worden verstrekt indien zich klemmende redenen voordoen. Dit betreft een discretionaire bevoegdheid van het bestuursorgaan.
Bij klemmende redenen gaat het om onvoorziene, uitzonderlijke gevallen waarin een individu onevenredig nadeel ondervindt van het niet openbaar maken van informatie. Opgemerkt dient te worden dat de drempel voor het aannemen van klemmende redenen hoog ligt ter voorkoming van een uitholling van het systeem van de uitzonderingsgronden. Bij wijze van voorbeeld kan worden gewezen op de situatie dat bij de Nederlandse Arbeidsinspectie gegevens berusten over schadelijke stoffen bij een bedrijf. Een werknemer van dit bedrijf verzoekt om openbaarmaking van de gegevens, omdat hij anders niet kan aantonen dat hij als gevolg van die schadelijke stoffen een dodelijke ziekte heeft opgelopen. Hoewel de betreffende gegevens in vertrouwen verstrekte bedrijfsgegevens zijn, kunnen ze, ondanks de toepasselijke absolute uitzonderingsgrond uit artikel 5.1, eerste lid, onder c, van de Woo, alsnog aan de werknemer worden verstrekt op grond van artikel 5.6, eerste lid, van de Woo.
Van deze bevoegdheid kan het bestuursorgaan echter geen gebruik maken indien bijzondere geheimhoudingsbepalingen aan de orde zijn. Dit blijkt uit artikel 5.6, tweede lid, van de Woo. Hierbij kan worden gedacht aan het medisch beroepsgeheim van verzekeringsartsen. Ook belangrijk om te vermelden is dat aan de verstrekking voorwaarden kunnen worden verbonden op grond van artikel 5.6, derde lid, van de Woo, ter bescherming van de belangen genoemd in de artikelen 5.1 en 5.2 van de Woo. Zo kan het bestuursorgaan bepalen dat de verzoeker de gegevens niet of slechts beperkt verder mag verspreiden. Het overtreden van een voorwaarde is in artikel 8.1 van de Woo als misdrijf strafbaar gesteld.
Conclusie
Onder de Woo kunnen bestuursorganen dus informatie die niet openbaar is voor eenieder, openbaar maken voor de verzoeker. Benadrukt dient te worden dat deze bevoegdheid uit artikel 5.6 van de Woo met terughoudendheid moet worden aangewend, gezien toepassing slechts op zijn plaats is bij aanwezigheid van klemmende redenen en afwezigheid van een geheimhoudingsplicht.
Heeft u juridisch advies nodig bij de behandeling van een Woo-verzoek? Maak kennis met de Woo-helpdesk van Ius Publicum. Neem gerust contact met ons op en ontdek hoe wij u kunnen ondersteunen!
Deel dit artikel: |
Op de hoogte blijven?
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief! Dan zorgen wij ervoor dat u op de hoogte blijft van de belangrijkste ontwikkelingen binnen onze expertises.